Het “Landgoed UBBINK-BOS” door de jaren heen.
Inhoud
Inleiding
De data
Geschiedenis
1939-1948. Uit de aantekeningen van Wim Ubbink
1948-1956. Uit de aantekeningen van Wim Ubbink
Historische kenmerken van het bos
Zaaigoed en boompjes
Jacht en Fretteren
Communicatie tussen de Eigenaren
De recente geschiedenis
Het opmeten van het bos
De uitbreidingsplannen
Literatuur en bronnen
Inleiding.
Voor U ligt een beknopt overzicht van de geschiedenis van het Landgoed “Ubbink-bos”. Voor het samenstellen van deze “geschiedenis” is gebruik gemaakt van allerlei stukken uit het archief van de stichting.
Allereerst een serie data/gebeurtenissen, vervolgens een aantal kopien uit een boekje waarin Wim Ubbink (?) reeds was begonnen met een historische verslaglegging. Het is niet geheel duidelijk of e.e.a. de dertiger en veertiger jaren behandelend van recentere datum is dan wel, mbv agenda’s naderhand is opgeschreven. Verder is ook gebruik gemaakt van een recent geschreven aanzet tot verslaglegging (door WU?). Hieruit worden een aantal gebeurtenissen geciteerd.
De manier waarop bosaanleg / bosonderhoud in 1938 dan wel 2014 verschillen erg van elkaar. Ter illustratie zijn daarvoor een aantal copien van rekeningen correspondentie ed. opgenomen.
De recente geschiedenis wordt beschreven in de hoofdstukken “opmeten” en uitbreidingsplannen.
Apeldoorn, 28 maart 2014.
Marten Ubbink
De data.
Voorgeschiedenis,
1933 – grond in Zeijen. Onteigening tgv. Celtic fields
28 dec 1934 -aankoop grond te Zeijen groot 1.11.75 ha
1938 – aankoop heide door de “club”. (percelen O968 en O969).
WU, HeU, HaU
1948 – aankoop perceel O970 zuidelijke stuk.
+/- 1955 – aankoop perceel O970 > O2825 van Popken a 250,– /ha 1948 – 5 eigenaren?
1977 – aankoop perceel O2827 zuidelijke stuk. 2.28.10
JU, GU, WU, HeU, HaU.
1977 – aankoop perceel O2829 (O3082) stuk Oosterwijk. 8.62.56
GU, WU, HeO, HaO.
1980 – aankoop perceel O2652 middenstroken.
GU, HeU, HU, HeO,HaO
2008 – aankoop van 4.5 ha weiland.
2014 – aankoop van 8 ha weiland.
1987 – Oprichting van de stichting.
Samenstelling bestuur
Bij oprichting
Voorzitter Harm Oterdoom
Secr/penningmeester Herman Ubbink
Lid Wim Ubbink
Lid Hans Ubbink
Lid Hans Ubbink
Vanaf 2006
Voorzitter Harm Oterdoom
Secr/penningmeester Marten Ubbink
Lid Hermie Pauw-Ubbink
Lid Hans Ubbink
Vanaf 2014
Voorzitter Harm Oterdoom
Secr/penningmeester Marten Ubbink
Lid Hermie Pauw-Ubbink
Lid Gerard Ubbink
“Smilde”
1960 Aankoop
19xx Verkoop
Geschiedenis.
“Tynaarlo”
Het bezit van het huis in Tynaarlo is altijd handig geweest voor het bos. Het was de uitvalsbasis voor het werk op de heide/in het bos. Er was een kwekerij (Herkos), op een gegeven moment zelfs twee en regelmatig leest met dat boompjes uit Tynaarlo in Gasteren zijn gepland.
In het jaar 1932 werd door de drie broers Hans 7 jaar, Herman 10 jaar en Wim 12 jaar de club opgericht. Met een echt reglement met 6 artikelen. Artikel 1 vermeld de doelstelling: de club is opgericht met de doelstelling een stuk grond (heide) te kopen …. (foto 1).
1933 mei – Reglement opgesteld
September – Beginnen met sparen.
November – Eerste inleg op het bankboekje
1934 -Op een woensdag in oktober 1934 maakten we de eerste reis naar Peest. En bezichtigden daar het stukje heide met oude walletjes. Diezelfde middag werd tot aankoop besloten.
In het najaar van 1934 werd een perceel heide groot 1.12 ha. gekocht, onderdeel van het grote heidecomplex tussen Donderen, Peest en Zeijen. In december 1934 is de acte gepasseerd.
1935 – In de kerstvakantie 1934 zochten we ons terrein nog eens op. In voorjaar 1935 zullen we enkele stekken planten, verder wat laariksjes uit Tynaarlo. In de zomer een langwerpige plaggenhut gebouwd. Wegen aangelegd voor het karretje. Herfstvakantie begonnen met de ontginning van het complexje bosje.
1936 – Voorjaar, dit complexje voltooid en boompjes aangesleept. Zeil van 2×2 meter diende voortaan tot dak van de langwerpige hut. Herfstvakantie, boompjes geplant in kuilen.
1937 – Paasvakantie, kuilen gemaakt en enkel boompjes geplant, ook +/- 30 van Westerhof.
Zomervakantie, een week gekampeerd in de tent. Wegennet uitgebreiden “steenmomument opgericht”. Ton gekocht en begonnen met put.
Herfstvakantie, nieuwe ronde hut afgemaakt.
Zomer 1938 – Aankoop grond gasteren. Percelen O968 en O969, resp 0.73.60 en 1.30.50 ha.
Zomer 1939 – Een grafheuvel op ons terrein is archeologisch onderzocht
Augustus 1939 – De ondergrondse hut komt onder de kap,
September 1941 – Van het gemeentebestuur Anloo vergunning verkregen tot het afbranden van een perceel heide onder de voorwaarde dat er tenminste twee meerderjarige manspersonen aanwezig zijn.
1939-1948. Uit de aantekeningen van Wim Ubbink.
1948-1956. Uit de aantekeningen van Wim Ubbink.
Historische kenmerken van het bos.
In en in de nabijheid van het bos zijn een groot aantal archeologische bijzonderheden te vinden.
In 1964 is grafheuvel 43 (aan de rand van het grote ravijn) opgegraven. (volgens het kaartje is het waarschijnlijk grafheuvel 42).
Het (nooit gebruikte) onderduikershol.
Dhr Pieters (buurman) vertelde oktober 2013 dat hij van een van de inwoners van Gasteren, dhr Stokker, het verhaal hoorde van het onderduikershol.
In de tweede wereldoorlog had een van de dorpen in de omgeving een NSB burgemeester-boer.
Jongeren hadden op het eind van de oorlog melkussen oomgegooid. Een razzia was het gevolg en een aantal mensen is naar duitsland getransporteerd en te werk gesteld. Dat laatste wilde men in Gasteren voorkomen en men heeft als voorzorg een onderduikershol gegraven. Het is gelukking nooit gebruikt. Ligging ….
De vijver.
Dhr Stokker vertelde ook de geschiedenis van de vijver. Toen alles nog heide was werden er veel schapen gehouden. De vijver was toen de wasplaats voor deze schapen.
Zaaigoed en boompjes.
Het bos is gegroeid uit zowel zaad als jonge boompjes.
Een voorbeeld van zaad is de briefwisseling tussen WU en de “Rijksopvoedingsgesticht voor jongens” uit Doetinchem. De Jongens zamelden eikels in voor een schoolreisje (9 cent per kg, totaal 100 kg).
Verder werd veel pootgoed verkregen van kwekers uit Zundert en Tegelen. Transport van de boompjes geschiedde veelal per trein.
In de beginjaren heeft WU veel moeite gedaan om de “juiste” eikels van Wintereiken te krijgen. De werden op allerlei locaties in Nederland verzameld (Nijmegen, Wolfheze, Apeldoorn, Ede, Nijverdal) en ook uitgewisseld met SBB. SBB wilde in Limburg zaaiproeven doen met eikels van verschillende herkomst. In ruil voor 2 kg wintereikels uit ….. kreeg WU 5 kg eikels uit het Reichswald. (19xx).
De voorliefde van WU voor de wintereik blijkt uit volgend citaat, gevonden in een van de oude boekjes.
Eik.
Zomereik – quercus robur.
Wintereik – quercus petraea.
(“De Eik is onder de bomen wat de leeuw is onder de dieren en de arend onder de vogels!”).
De Eik kan ‘eindeloos’ oud worden. Mooiste bos.
De wintereik is meestal rechter dan de zomereik en kan hoger doorgroeien.
Jonge boompjes kunnen direct in het bos gepland worden met het gevaar voor vraat. Om dat te minimaliseren is veel gebruik gemaakt van kwekerijen. Deze bevonden zich te Gasteren en Tynaarlo maar er is ook een “plan” van een kwekerij in Groningen bewaard gebleven.
In latere jaren zijn ter voorkoming van vraat gazen en kunststof hulzen gebruikt. Deze werden om de boom heen gebogen en na een 10-tal jaren weer verwijderd.
Jacht en Fretteren.
Ook is, om konijnen te bestrijden, in het begin gejaagd op deze beesten door middel van fretteren. Verder werd er regelmatig (vermoedelijk illigaal) gejaagd.
Als tegenprestatie onvingen de eigenaren jaarlijks een konijn.
Later is de jacht wel verpacht. Ook toen kregen de eigenaren regelmatig een konijn dan wel een haas of fazant.
In Gasteren hebben de broers veel hulp gehad van de hr Berkepies. Hij woonde vermoedelijk in of in de nabijheid van Gasteren. Hij heeft veel geholpen met bemiddeling voor bijv aankoop van naburige percelen, het vinden landmeters, ploegers en controleert regelmatig de stand van zaken.
Communicatie tussen de Eigenaren.
In het archief zijn vele briefkaartjes bewaard gebleven
De recente geschiedenis.
Het opmeten van het bos.
Doel van het opmeten is inzicht te krijgen in de conditie van het bos (gezondheid, volume hout, (ontbreken van) groei etc.). Dit opmeten is geinitieerd door Harm Oterdoom (waarschijnlijk wel een resultante van zijn studie bosbouw te Zuirch).
Over het bos is een raster gelegd van 50 bij 50 meter. Op ieder meetpunt zijn de bomen binnen een straal van 10 meter beschreven in poolcoordinaten, type boom en dikte (minimale dikte op 1.30m hoogte 10 cm.). Deze getallen worden via een computerprogramma verwerkt tot een overzicht wat er in het bos staat.
1983 – Start opmeten van het bos.
2013 – Vijfde geheel complete 5 jaarlijkse inventarisering.
Uit deze tabel blijkt duidelijk dat, ondanks dat er gedund wordt, het volume hout toeneemt in de tijd.
Kaart met de meetpunten.
Uit deze metingen is gebleken dat de dikke douglassen in perceel I (geplant 1948) fors groeien, feitelijk meer dan in de literatuur bekend is. Hierover is een wetenschappelijke publicatie in voorbereiding (door HO, aangeboden aan……).
De uitbreidingsplannen.
Wanneer er geschikte grond ter beschikking komt kan overwogen worden dit aan te kopen.
Literatuur en bronnen.
Beheerplan Gasterse Holt, Drentsch landschap, 19xx.
Publicatie Drentsche Volks Almanak 1964.